Nee. Vaak zijn wormen of eitjes met het blote oog niet zichtbaar. Daarom is een laboratoriumonderzoek betrouwbaarder.
Een hond kan besmet raken met wormen door het opnemen van eitjes of larven uit de omgeving, bijvoorbeeld via besmet gras, zand of ontlasting van andere dieren. Pups kunnen al besmet worden via de moeder, in de baarmoeder of via de moedermelk. Ook vlooien spelen een rol: wanneer een hond een besmette vlo oplikt, kan hij lintwormen krijgen. Daarnaast kan besmetting optreden door het eten van rauw vlees of prooidieren, en door contact met andere besmette dieren.
We testen de ontlasting van uw hond standaard op coccidiën en op eitjes van spoelwormen, haakwormen, zweepwormen en lintwormen. Hierbij maken we gebruik van de sedimentatie-flotatie techniek.
Bij ons kunt u aanvullende testen bestellen voor giardia en/of de Franse hartworm. Voor het onderzoek op Giardia wordt een aanvullende test op het antigeen van de Giardia parasiet gebruikt. Voor het onderzoek op Franse Hartworm gebruiken wij de Bearmann methode.
Als er uit het ontlastingsonderzoek blijkt dat uw hond is besmet met wormen, zullen wij u voorzien van een persoonlijk behandeladvies. Zo staat de gezondheid van uw hond voorop en hoeft u niet onnodig te ontwormen.
Ja. Sommige wormsoorten en parasieten bij honden zijn zoönosen: ze kunnen ook mensen besmetten. Bekende voorbeelden zijn de spoelworm en de eencellige parasiet Giardia. Vooral kinderen kunnen besmet raken door spelen in de tuin of zandbak. Goede hygiëne, regelmatig opruimen van ontlasting en periodiek ontlastingsonderzoek verkleinen het risico op besmetting.