Deze vraag wordt ons regelmatig gesteld. Het achteraf vinden van wormen zorgt voor veel onrust en doet mensen zelfs wel eens besluiten om met mestonderzoeken te stoppen. Echter wordt een mestonderzoek niet uitgevoerd om een uitspraak te doen of het dier wel of geen wormen heeft. Ieder dier heeft immers wormen, zelfs geiten en schapen die net zijn ontwormd. De beschikbare wormmiddelen doden maar een gedeelte van de aanwezige wormpopulatie in een geit of schaap. De meeste larfjes overleven de wormkuur gemakkelijk.
Realiseert u zich dat eitjes alleen worden uitgescheiden door volwassen wormen. Als bij het mestonderzoek geen eitjes worden gevonden, maar er zijn wel ontwikkelende jeugdige larven, kan het zijn dat deze larven binnen twee weken volwassen zijn en vervolgens eitjes gaan leggen.
We testen de ontlasting van uw geit of schaap standaard op coccidiën, op eitjes van lintwormen en op eitjes van rondwormen (Nematodirus, Haemonchus, Trichostrongylus en Teladorsagia). Voor onderzoek op leverbot kunt u een aanvullende test bestellen.
Als er uit het ontlastingsonderzoek blijkt dat uw geit of schaap is besmet met wormen, zullen wij u voorzien van een persoonlijk behandeladvies. Zo staat de gezondheid van uw dier voorop en hoeft u niet onnodig te ontwormen.
Infectieuze larven kunnen tot 3 maanden overleven op de weide, vooral bij lagere temperaturen. Matige tot strenge vorst doodt de infectieuze larven. Onderzoek heeft uitgewezen dat de weides door milde winters tot in januari besmet kunnen blijven. Dit betekent dat de geiten en schapen tot laat in de winter wel degelijk geïnfecteerd worden. Een wormbestrijdingsprogramma omvat dus ook de wintermaanden.
U kunt zelf mengmonsters insturen, maar dan moet u wel zelf de mest mengen. Neem hiervoor van ieder dier een gelijke hoeveelheid mest, doe alle mest in een emmer en meng de mest van de verschillende dieren grondig. Neem van dit mengsel een klein handje en stuur dit op naar het laboratorium.
Het laboratorium is geen voorstander van mestmengmonsters. Het blijkt meestal dat bij groepen het mestonderzoek positief is en dat vervolgens alle dieren worden behandeld. Dat is niet de bedoeling.
Stel dat er een groep is van 6 geiten of schapen, waarvan 5 dieren geen eitjes uitscheiden en één dier een hele hoge hoeveelheid. Bij een voldoende gemengd monster zal het mestonderzoek een positieve uitslag hebben. Vervolgens worden vaak alle schapen en geiten behandeld. Dit is niet de bedoeling.