Leverbot bij geiten en schapen

Leverbot

De leverbot heeft een gecompliceerde, indirecte levenscyclus. Een zoetwaterslakje is noodzakelijk als tussengastheer. Omdat deze slakjes alleen onder vochtige omstandigheden overleven, zien we dat leverbotinfecties beperkt blijven tot dieren die hebben gegraasd op natte, vochtige weides. Op weides waar in het voorgaande jaar schapen of runderen hebben gelopen zijn de infecties nog vaker voorkomend. Op hoge zandgronden of weides die goed zijn afgewaterd komt leverbot van nature niet voor. Daarentegen ligt een leverbotinfectie altijd op de loer in bijvoorbeeld de westelijke weidegebieden. Let daarbij op dat één natte hoek of slootkant met water ook een bron voor leverbot infecties kan zijn.
 

Levenscyclus

De volwassen leverbot leeft in de galgangen van de lever en produceert karakteristieke eitjes, die met de ontlasting worden uitgescheiden. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de aanwezigheid van water, ontwikkelt zich binnen 3 weken een larfje dat in het water rondzwemt en actief op zoek gaat naar de tussengastheer: een zoetwaterslakje. Het larfje dringt de slak binnen en gaat zich in het slakje vermenigvuldigen. Daar ontwikkelt het zich verder tot een volgend stadium, de zogenaamde cercariae. Deze cercariae kruipen uit te slak en worden besmettelijk voor uw schaap of geit. Ze heten dan metacercariën, die verschillende maanden infectieus kunnen blijven. Na opnamen doorboren de jonge larfjes de darmwand en kruipen ze naar de lever, waar ze enkele weken rondkruipen voordat ze in de galgangen belanden. De volledige cyclus duurt minimaal 4-5 maanden.

Symptomen

De infectie met leverbot kan voor verschillende symptomen zorgen. Bij een ernstige, acute infectie kan uw schaap of geit sterven. Bij chronische besmettingen is er vaak conditieverlies en bloedarmoede te zien. De ontwikkeling van een larve tot volwassen, eitjes leggende leverbot duurt in een schaap of geit 12 weken. Daarom zullen bij acute infecties in de late herfst of vroege winter geen eieren in de ontlasting worden gevonden, terwijl de schapen of geiten wel ziek zijn van de ontwikkelende leverbot. Chronische infecties treden vooral op tijdens de late winter en het vroege voorjaar. Hierbij worden er wel leverboteieren in de ontlasting gevonden.

Diagnose en behandeling

De diagnose van leverbot is niet eenvoudig te stellen. Een juiste beoordeling van factoren die de weidebesmetting bepalen is van groot belang. Monitor daarom actief de vochtigheid en temperatuur. Deze voorgeschiedenis in combinatie met het bloedonderzoek op leverenzymen, een wormonderzoek en het klinisch beeld van uw schaap of geit zal tot een waarschijnlijkheidsdiagnose leiden.
Als er een wormonderzoek is uitgevoerd met een voldoende hoeveelheid ontlasting en de juiste techniek, kan dit de diagnose bevestigen door de aantoning van leverbot eitjes. Bij Worm&Co gebruiken we de gemodificeerde Dorsman methode. Dit onderzoek is kwalitatief, wat betekent dat we met zekerheid kunnen bepalen of het dier wel of niet besmet is.

Als er uit het wormonderzoek blijkt dat uw schaap of geit is besmet met leverbot, zullen wij u voorzien van een persoonlijk behandeladvies. Zo staat de gezondheid van uw dier(en) voorop en hoeft u niet onnodig te ontwormen. Neem gerust contact met ons op als u nog vragen heeft, ons enthousiaste team helpt u graag verder!

WhatsApp