Spoelwormen bij katten

Spoelwormen

Spoelwormen leven in de dunne darm van de kat. Het zijn ronde wormen die tot vijftien centimeter lang kunnen worden. Ze hebben een geelwitte tot roze kleur. Spoelwormen zijn meestal niet zichtbaar in de ontlasting van de kat, maar kunnen wel zichtbaar zijn in het braaksel.

Levenscyclus en besmetting

De volwassen spoelwormen leggen eitjes in de dunne darm van de kat. Deze komen via de ontlasting van de kat terecht op de grond. Na een aantal weken ontwikkelt er een larfje in de eitjes en deze kan andere dieren of mensen besmetten. Deze besmettelijke eitjes kunnen tot meer dan een jaar lang overleven. De spoelworminfectie kan ook worden overgedragen door besmette tussengastdieren zoals knaagdiertjes en vogels, die worden opgegeten door de kat.
Als de kat de besmettelijke eitjes opneemt, komen de eitjes terecht in de darm. Hier kruipt het larfje uit het eitje, dringt het door de darmwand en komt het in de lever terecht. Na het passeren van de lever reizen de larven via de bloedbaan naar de longen. Vanuit de longen worden de larven via de luchtpijp opgehoest en doorgeslikt. Bij terugkomst in de dunne darm ontwikkelt de larve zich tot de volwassen worm. Daarop leggen de volwassen wormen weer eitjes, waardoor de cyclus zich herhaalt.
Katten kunnen besmet raken met de spoelworm door te rollen of te snuffelen in gras dat besmet is met infectieuze spoelwormeitjes. Ook het aflikken van hun pootjes kan een infectie veroorzaken en het opeten van een besmette muis kan ook een infectie veroorzaken.
Volwassen katten hebben vaak een weerstand opgebouwd tegen de spoelwormen. De larfjes blijven dan in een ruststadium in het lichaam steken. Zodra een poesje drachtig raakt, verplaatsen de larven zich naar de baarmoeder en melkklieren. Op die manier raken pasgeboren kittens ook besmet met de spoelworm.

Ziektebeeld

Omdat kittens nog geen weerstand hebben opgebouwd tegen de spoelworm is de invloed van de infectie groot. De infectie is te herkennen aan het ‘wormenbuikje’, wat concreet betekent dat de kitten een dikke buik heeft, terwijl het verder mager is en slecht groeit. Vaak zijn gasvorming, diarree en braken ook symptomen van een spoelworminfectie.
Bij volwassen katten is een spoelworminfectie lastig te herkennen. Vaak vertoont de kat aspecifieke symptomen zoals dunne ontlasting en futloosheid. Door middel van ontlastingsonderzoek kunnen spoelwormeitjes in de ontlasting herkend worden.

Bestrijding

Om spoelworminfecties te voorkomen en bestrijden is het belangrijk om regelmatig ontlastingsonderzoek te laten doen. Bij kittens moet de ontlasting op een leeftijd van 2 weken voor het eerst onderzocht worden, waarna dit iedere 2 weken herhaald moet worden totdat de kittens bij de moeder weg zijn. De ontlasting van het poesje moet tegelijkertijd met de kittens worden onderzocht, omdat het poesje besmet kan raken via de ontlasting van haar kittens. Als de kittens de moeder hebben verlaten moet hun ontlasting tot een leeftijd van 6 maanden maandelijks worden onderzocht.

Voor katten die de leeftijd van 6 maanden zijn gepasseerd is het advies om minstens 4x keer per jaar ontlastingsonderzoek te doen. Mocht de kat een hoog risico lopen om besmet te raken raden wij aan om de ontlasting vaker op te sturen.

Als er uit het ontlastingsonderzoek blijkt dat uw kat is besmet met spoelwormen, zullen wij u een persoonlijk behandeladvies geven. Zo staat de gezondheid van uw kat voorop en hoeft u niet onnodig te ontwormen. Neem gerust contact op met ons team als u nog vragen heeft; wij helpen u graag verder.

 

WhatsApp