Lintwormen bij paarden

Lintwormen

De volwassen paardenlintworm verblijft gewoonlijk rond de overgang van de dunne darm naar de blinde darm. Daar veroorzaakt de lintworm een ontsteking die als mogelijk gevolg koliek heeft. In Nederland is slechts één soort van belang: de Anaplocephala perfoliata. Dit is een korte, geelgroene lintworm met een driehoekig lichaam. De lengte van de volwassen worm varieert van drie tot acht centimeter. De kop van de lintworm is uitgerust met vier haken, waarmee de parasiet zich stevig aan het darmslijmvlies van zijn gastheer kan bevestigen.

Levenscyclus

De lintworm heeft een indirecte levenscyclus. Dit betekent dat het een tussengastheer nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen. De tussengastheer van de lintworm is een vrij levend grasmijtje, dat lintwormeitjes opeet vanuit de mest. Dit mijtje komt in zeer grote aantallen voor op de weides en wordt ook vaak in hooi en stro gevonden. De met lintwormlarfjes besmette grasmijtjes worden tijdens het grazen door het paard opgenomen. Vervolgens ontwikkelen de larfjes zich binnen een periode van 6 tot 10 weken tot volwassen lintwormen. Oude, vervilte weides zijn voor paarden een risicofactor, omdat hier veel grasmijtjes leven.

Belang van lintwormen

Lintworminfecties vormen een risico voor de gezondheid van uw paard. Een paar lintwormen zijn geen probleem voor uw paard en zijn ook bijna niet te voorkomen. Echter kunnen zwaardere lintworminfecties verschillende soorten koliek veroorzaken. Paarden kunnen over een periode van meerdere weken vage koliekklachten laten zien, waarbij de koliekaanvallen steeds heftiger worden en steeds vaker optreden. Soms kan het dier een acute, ernstige koliekaanval krijgen. Dit heeft vaak een slag in de darm als gevolg. Meestal zien we een milde koliek als gevolg van een lintworminfectie, doordat voedsel de overgang tussen de dunne- en dikke darm trager passeert. Door het ophopen van voedsel raakt de darm ter plekke overrekt. Lintwormen komen vaak in trossen voor. Dit komt door de specifieke en relatief kleine voorkeurslocatie van de lintwormen, namelijk de overgang van de dunne- naar de dikke darm.

Diagnostiek

Doordat lintwormen de eitjes in pakketjes afzetten is mestonderzoek niet geschikt voor het aantonen van lintwormen. Soms vinden we lintwormeitjes met regulier mestonderzoek, maar dit zijn eigenlijk toevaltreffers. Het enige dat u daaruit kunt concluderen is dat het paard lintwormen heeft. Aan de andere kant geldt, dat als er geen eitjes te zien zijn in de mest, we niet kunnen uitsluiten dat het paard tóch lintwormen heeft. Doordat de lintworm de eitjes in pakketjes uitscheidt, is er ook geen verband tussen eventueel gevonden lintwormeitjes en de ernst van de lintworminfectie, zoals wel het geval is bij andere maagdarmwormen.

De nieuwe EquiSal Lintwormtest toont lintwormen aan op basis van de immuunreactie van het paard. Als er lintwormen aanwezig zijn, produceert het immuunsysteem in het speeksel zeer specifieke antistoffen tegen lintworm. De EquiSal Lintwormtest toont deze specifieke antistoffen aan. Er is daarbij een direct verband tussen de hoeveelheid antistoffen in het speeksel en de hoeveelheid aanwezige lintwormen.

Als er uit de EquiSal Lintwormtest blijkt dat uw paard is besmet met lintwormen, zullen wij u een persoonlijk behandeladvies geven. Zo staat de gezondheid van uw paard voorop en hoeft u niet onnodig te ontwormen. Neem gerust contact op met ons team als u nog vragen heeft. Ons enthousiaste team helpt u graag verder!

WhatsApp