De levensloop van de kleine en grote bloedworm is buiten de ezel hetzelfde. Eitjes van bloedwormen komen via de mest op de weide. Binnen enkele dagen kruipt een larfje uit het eitje en deze ontwikkelt zich op de weide tot een infectieus larfje. Deze ontwikkeling tot larve gebeurt alleen op de weide en gaat optimaal bij warm, vochtig zomerweer. Ezels die op een zandpaddock of op stal staan zullen geen bloedworminfectie oplopen, omdat de condities voor de ontwikkeling van de infectieuze larfjes op die plekken ongunstig zijn.
Tijdens het grazen neemt de ezel infectieuze larfjes op. Onder koele, vochtige weerscondities kunnen infectieuze larfjes tot 6 maanden overleven op de weide. Bij droog en warm weer is de levensduur van een larfje op de grond een stuk korter. Om de kans om opgenomen te worden te vergroten verplaatsen de larfjes zich bij vochtig weer langs de grashalm naar boven, waarna ze worden opgegeten door de ezel. Nadat de larve is opgenomen door de ezel, ontwikkelt deze zich in de buik van de ezel tot volwassen worm. De ontwikkeling binnen de ezel verloopt bij grote en kleine bloedwormen verschillend.
Bij mestonderzoek zoeken wij naar bloedwormeitjes. Omdat de eitjes van de kleine en grote strongyliden niet van elkaar kunnen worden onderscheiden, wordt het totaalaantal strongylideneitjes vermeld op het uitslagformulier. Aan de hand van de wormeitelling adviseren wij u om uw ezel wel of niet te behandelen.
De kleine bloedwormen worden ook wel kleine strongyliden of Cyathostomina genoemd. In totaal worden er binnen de groep van kleine bloedwormen 50 soorten beschreven. Hiervan zijn 10-12 soorten veelvoorkomend.
De volwassen kleine bloedwormen worden gevonden in de dikke- en blindedarm van paarden van alle leeftijden, met uitzondering van pasgeboren veulens. Als infectieuze larfjes door het paard worden opgenomen, doordringen ze bij aankomst in de dikke darm onmiddellijk het darmslijmvlies. Na een ontwikkelingsperiode van minimaal 6 weken (de pre-patent period) in zowel het darmslijmvlies als de darminhoud, vinden we volwassen wormen in de darmen. Deze wormen leggen eitjes, die vervolgens terecht komen in de mest.
Larven kunnen ook enkele maanden rondkruipen in de darmwand. Omdat ze zich steeds verplaatsen, weet het afweersysteem van het paard zich vaak geen raad met deze indringers. Het resultaat hiervan is een ontstoken darmwand. Dit laatste komt vooral voor bij jonge paarden.
De larven van de kleine bloedworm hebben de unieke eigenschap dat ze tijdelijk in een soort winterslaap kunnen gaan. Hierbij worden ze ingekapseld in de darmwand. Het is afhankelijk van vele factoren of een larfje in ‘winterslaap’ gaat of dat het zich direct tot een volwassen worm ontwikkelt. De factoren hiervoor zijn onder andere leeftijd, seizoen en weerstand van het paard.
De larfjes kunnen op die manier tot 3 jaar ingekapseld blijven zitten, wachtend op een kans om zich tot volwassen worm te ontwikkelen. Als er vanuit het darmlumen een signaal komt dat er geen of onvoldoende volwassen wormen meer zijn, verplaatsen een aantal larfjes zich vanuit de darmwand naar het darmlumen. Daar ontwikkelen ze zich binnen een korte periode tot een volwassen worm en beginnen ze met het leggen van eitjes.
Soms is de migratie vanuit de darmwand zo massaal, na bijvoorbeeld een ontworming, dat grote gedeeltes van het slijmvlies van de dikke darm kapot gaan. Dit komt door de larven die zich vanuit de darmwand een weg banen naar het darmlumen. Zulke ezels zijn ziek en krijgen heftige diarree, wat vaak een fatale afloop heeft. Bij deze ezels zullen er geen eitjes in de mest te vinden zijn, omdat de volwassen wormen door de voorafgaande behandeling zijn gedood, terwijl de jonge larven nog niet in staat zijn om eitjes te produceren. Het spreekt voor zich dat een dergelijke situatie voorkomen moet worden. Bij het optreden van acute diarree als gevolg van wormen adviseren wij met klem om uw eigen dierenarts te contacteren.
Wormmiddelen met ivermectine zijn de eerste keus bij besmettingen met bloedwormen. Omdat ezels tot de leeftijd van 5-6 jaar extra gevoelig zijn voor ingekapselde larfjes, adviseren wij om dieren van deze leeftijd, die in het najaar in besmette weides hebben gelopen, in november-december preventief te behandelen met moxidectine. Andere wormmiddelen zijn niet actief tegen de ingekapselde stadia. Het is handig om dit te combineren met een behandeling tegen lintwormen en horzellarven.
Als er uit mestonderzoek blijkt dat uw ezel is besmet met bloedwormen, zullen wij u een persoonlijk behandeladvies geven. Zo staat de gezondheid van uw ezel voorop en hoeft u niet onnodig te ontwormen. Neem gerust contact op met ons team als u nog vragen heeft; wij helpen u graag verder.